Op het internet, maar zeker ook in ontzettend veel boeken, wordt de geschiedenis van Tai Chi uitgebreid en tot in detail uiteengezet; het is dan ook niet de bedoeling dat dat herhaald gaat worden. Wat hier volgt is een geschiedenis in hoofdlijnen zodat je op de hoogte bent van de belangrijkste highlights.

Het eerste dat belangrijk is om te weten is dat Tai Chi geen algemeen begrip is: als twee mensen Tai Chi doen kunnen daar hele grote verschillen tussen zitten. Dat komt omdat er meerdere stijlen zijn van Tai Chi, die behoorlijk van elkaar kunnen verschillen; daarnaast is Tai Chi nooit strak georganiseerd via een organisatie (zoals we dat kennen bij bijvoorbeeld Judo en Karate), waardoor er ook binnen een stijl veel persoonlijke variaties bestaan.

Die meerdere stijlen bestaan uit twee hoofdgroepen, namelijk de Tai Chi van de Chen-familie (de 'CHEN-STIJL') en de Tai Chi van de Yang-familie (de 'YANG-STIJL').

Deze tweede groep, de Yang-stijl, komt dan weer voort uit de Chen-stijl.

Zowel de Chen-stijl als de Yang-stijl kennen diverse 'spin-offs'. Bekende spin-offs van de Chen-stijl zijn o.a. het Oude Frame, het Nieuwe Frame en de Zhaobao-stijl.
Bekende spin-offs van de Yang-stijl zijn o.a. de twee Wu-stijlen, de Hao-stijl (waar de Sun-stijl op zijn beurt uit voortkomt), de Cheng Man-ching-stijl, en vele anderen, waaronder de Tai Chi van de School van de Kraanvogel.

Aangezien -zoals hierboven gezegd- de Yang-stijl voortkomt uit de Chen-stijl kunnen we dus stellen dat de Chen-stijl de oudste Tai Chi-stroming is.













Uiteraard heeft die oudste Tai Chi-stroming weer haar wortels in eerdere stijlen, stromingen en filosofieën die een plaats hebben gekregen in de Tai Chi-geschiedenis aan de hand van de volgende personen:

ZHANG SANFENG is een mythologische figuur, en zou een Daoïstische onsterfelijke zijn. Er zijn diverse verhalen over hem in omloop die gerelateerd worden aan hoe hij Tai Chi zou hebben uitgevonden: Zhang zou een Daoïst zijn die een kraanvogel met een slang zag vechten en op basis daarvan ideeën opdeed om anders met de kracht van een tegenstander om te gaan, en dat zou dan Tai Chi geworden zijn. Als historie is het een onzinverhaal maar Zhang wordt veel door de meesters van vroeger genoemd als zijnde de bron van Tai Chi, en daarom staat hij hiertussen.

QI JIGUANG was een Chinese generaal die leefde in de zestiende eeuw. Hij werd door de keizer aangewezen om de aanvallen van piraten te voorkomen. Dat was blijkbaar nog niet zo makkelijk dus hij maakte eerste een inventarisatie van de in China aanwezige krijgskunstvaardigheden. In de eerste uitgave van zijn studie besteedt hij ook aandacht aan de ongewapende vechtstijlen (in latere uitgaves zou dat hoofdstuk geschrapt worden), en hij maakte een eigen verdedigingsmethode op basis van handelingen en/of bewegingen uit die stijlen die hijzelf de beste vond. Een aantal hiervan vinden we ook terug in Tai Chi.

HUANG ZONGXI en HUANG BAIJIA, vader en zoon, leefden in de zeventiende eeuw en waren belangrijk in de samenstelling van het boek 'Grafschrift voor Wang Zhengnan'. In dit boek worden basisconcepten en ideeën beschreven -zoals 'zacht tegen hard'- die later de basis zullen gaan vormen voor hoe Tai Chi omgaat met interactie.

CHANG NAIZHOU leefde in de achttiende eeuw. Het boek dat hij schreef over de krijgskunst van zijn familie is het eerste boek in de Chinese geschiedenis dat krijgskunst koppelt aan de interne alchemie van het Daoïsme. In Tai Chi zou men later deze lijn voortzetten.

De krijgskunst waarin al het bovenstaande samenkwam zou ontstaan in de zeventiende eeuw, in het dorpje CHENJIAGOU - 'de greppel van de Chen-familie'. Deze schepping van Tai Chi wordt toegewezen aan CHEN WANGTING.

Ongeveer een eeuw later -we zitten dan in het begin van de negentiende eeuw- zou een meester in Chen-stijl Tai Chi, CHEN CHANGXING, geheel tegen de tradities en gewoontes in de kunst van zijn familie onderwijzen aan een niet-familielid, namelijk YANG LUCHAN.

Na achttien jaar onder zijn meester getraind te hebben was Yang Luchan een meester in zijn eigen recht geworden, en was hij zelfs zo goed dat hij de bijnaam 'Yang de onoverwinnelijke' kreeg. Hij keerde terug naar zijn geboorteplaats YONGNIAN en werd uitgenodigd om les te komen geven in BEIJING.

Ook zijn zoons leerden het vak van krijgskunstmeester, maar het zou een kleinzoon van Yang Luchan worden die Tai Chi wereldwijd beroemd zou maken: YANG CHENGFU.Yang Chengfu organiseerde het vele oefenmateriaal van zijn familie op zo'n manier dat het makkelijker verspreid kon worden. Het meest bekende hiervan is 'de Tai Chi vorm'.
Deze vorm zou zó populair worden dat ze de basis is geworden voor allerlei afsplitsingen en stijlen, en vormt daarmee de Tai Chi zoals we die tegenwoordig kennen als gezondheidskunst.

De verspreiding naar het Westen komt op naam van CHENG MAN-CH'ING. Cheng Man-ch'ing had korte tijd (niet lang genoeg om in de leerlingenlijsten te worden opgenomen) Tai Chi geleerd bij Yang Chengfu en hem ook geholpen bij het schrijven van een boek over Tai Chi. Na de Chinese communistische revolutie in 1949 moest Cheng Man-ch'ing vluchten naar Taiwan.

In die tijd had Taiwan nog een vertegenwoordiging in de Verenigde Naties, en toen de leden van de Taiwanese delegatie aan hun gezondheid wilden werken werd Cheng Man-ch'ing uitgenodigd om hen Tai Chi-les te geven in de Verenigde Staten.

Cheng Man-ch'ing begon ook met lesgeven aan Amerikanen waardoor Tai Chi aan bekendheid won onder het Westerse publiek.Met ingang van de jaren tachtig van de twintigste eeuw opende China haar deuren voor het Westen. Vanaf dat moment werden ook andere Tai Chi-stijlen toegankelijk en kon men zich uitgebreider verdiepen in Tai Chi.

Op dit moment geniet de 'reguliere' Yang-stijl Tai Chi de meeste populariteit over de hele wereld. 'Regulier', dat wil zeggen de Tai Chi van Yang Chengfu inclusief de variaties van zijn bekende leerlingen. Andere Tai Ci-stijlen -zoals de Wu-stijl, de Sun-stijl, de Cheng Man-ch'ing-stijl en andere- worden ook veel beoefend.

De WIJZE VAN BEOEFENING is drastisch veranderd sinds, ongeveer, de jaren dertig van de laatste eeuw: waar Tai Chi tot die tijd bekendheid genoot als krijgskunst wordt deze kunst sinds de intrede van het communistische bewind in China voornamelijk beoefend als gezondheidsdans. In het Westen geniet deze 'gezondheids'-Tai Chi vooral populariteit onder ouderen en onder mensen met een alternatieve inslag.

Tai Chi als krijgskunst wordt nog maar zeer kleinschalig beoefend. Wanneer het over 'Tai Chi is van oorsprong een krijgskunst' gaat beperkt zich dat meestal tot een oefenonderdeel dat bekend staat als 'pushing hands', en dat in werkelijkheid niets met de verdedigingskant te maken heeft: daar oefent men immers de Tai Chi-bewegingen voor.
DE SCHOOL VAN DE KRAANVOGEL is één van de weinige scholen waar Tai Chi als 'filosofische krijgskunst' wordt onderwezen. Klik HIER voor meer informatie over de Tai Chi van de School van de Kraanvogel.
HOOFDPUNTEN:
          * er zijn meerdere stijlen van Tai Chi;
          * binnen die stijlen zijn vele variaties;
          * alle stijlen en variaties komen voort uit twee hoofdstromingen, namelijk de Chen- en de Yang-stijl;
          * de Yang-stijl is ontstaan uit de Chen-stijl;
          * de Chen-stijl (althans, een niet meer bestaande variatie daarvan) is dus de oudste vorm van Tai Chi.