 
															Over Roel Jansen
Na wat omzwervingen vanaf zijn twaalfde via Karate, Taekwondo en Pençak Silat is Roel Jansen (geb. 1961) zich met ingang van 1976 intensief bezig gaan houden met de Chinese interne krijgskunsten.
De eerste jaren was dat aanvankelijk eens per week, later vrijwel dagelijks, onder toezicht van zijn Tit Khun-meester ‘meneer’ Tan Eng Ho in Eindhoven. Uiteindelijk zou Roel vijftien jaar bij deze meester leren tot diens overlijden, in 1991. Aansluitend daarop is Roel tien jaar in de leer geweest bij (en was hij tevens persoonlijk assistent van) sifu Fei Yuliang in Den Haag, bij wie hij zich kon bekwamen in Tai Chi, Baguazhang, Xingyi en Wudang Qigong.
In de jaren 1991-1995 heeft Roel Chinese Talen en Culturen (‘Sinologie’) gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij zich specialiseerde in onderzoek op het gebied van de Chinese krijgskunsten.
 
															Op deze foto uit 1977 staat Roel (midden-achter). Op de voorgrond links zijn Tit Khun-meester ‘meneer’ Tan Eng Ho (zonder bril) naast diens vriend, de Liok Hap Tay Chie-meester Kwee Sun Chan.
 
															Roel (rechts) in 2019 met een leerling).
 
															Roel (rechts) in 1996 samen met sifu Fei Yuliang.
Gedurende vele jaren probeerde Roel de lessen van ‘meneer’ Tan en van sifu Fei strikt gescheiden te houden. Na verloop van tijd ging de invloed van de beide meesters door elkaar lopen; uit respect naar sifu Fei verliet Roel diens school om zich daarna te richten op zijn persoonlijke interpretatie van Tai Chi.
Uiteindelijk zou de combinatie van de lessen van ‘meneer’ Tan Eng Ho, van sifu Fei Yuliang, van het geleerde aan de universiteit -met name de ‘daoïstische invloed’ van professor Schipper en de ‘historische invloed’ van professor Ter Haar– en van de vele tips die Roel kreeg van diverse meesters leiden tot de oprichting van de School van de Kraanvogel.
In de School van de Kraanvogel staat, via de lessen in Roel’s persoonlijke invalshoek op Tai Chi, het individu centraal. In Roel’s woorden:
“Natúúrlijk kopieer je in het begin de bewegingen van je leraar. Maar jij hebt een ander lichaam, een ander temperament, een andere motoriek, dus vanaf het punt dat je de Tai Chi-principes begint te begrijpen heb je ook een andere Tai Chi-manier van bewegen. Als jij later nog steeds hetzelfde beweegt als ik dan heb ik iets verkeerd gedaan als leraar“.
Er ligt dus een zware nadruk op persoonlijke ontwikkeling.
Omdat zowel de krijgskunst– als de gezondheidskunst-aspecten van Tai Chi hun wortels hebben in het ‘antieke’ Chinese denken over het menselijk lichaam heeft Roel, naast Chinese Talen & Culturen, ook acupunctuur gestudeerd en verdiept hij zich in de Chinese ‘interne alchemie‘, de neidan. Al deze kunsten hebben namelijk het idee van qi, ‘energie‘, die door het lichaam stroomt met elkaar gemeen.
Vanuit die achtergrond geeft Roel, gekoppeld aan het lesgeven in Tai Chi en aanverwante krijgskunsten, Roel ook les in Chinese gezondheids-oefeningen en meditatievormen, en behandelt hij mensen met acupunctuur en massage voor het geval het lichaam een beetje hulp nodig heeft.
Naast het geven van lessen publiceert Roel uitgebreid over zijn onderzoeken op het gebied van Tai Chi en de interne krijgskunsten in het algemeen.
