de School van de Kraanvogel

Instructie, Lerarenopleiding, Neidan, Principes, Roel Jansen, Tai Chi, vormen

Duurtraining 108-vorm

Er zijn al artikeltjes en blog-postings van de School van de Kraanvogel sinds begin 2000. Hieronder een repost van een post van maandag 5 juli 2010.
De afbeelding is later toegevoegd.

Afgelopen zaterdag was het dan zover: het was tijd voor de beloofde duurtraining in de 108-vorm Yang-stijl Tai Chi.
Onze duurtraining is gebaseerd op een verhaal over Yang Chengfuwiki, waarin door een ooggetuige wordt verteld hoe hij met een vriend ‘de vorm’ 12 keer liep. Dat is dus twaalf keer maal ongeveer een half uur per uitvoering: dan zit je op zes (!) uur continu.

Voor ons, sterfelijke mensjes, is drie uur echter al heel wat.

In die drie uur hebben we eerst tweemaal de vorm normaal gelopen en daarna een keer in ‘fotografeer-tempo’: elke positie wordt ongeveer drie, vier rustige ademhalingen aangehouden. Je kunt dan jezelf controleren op de manier die je wilt: je houding en constructie bijvoorbeeld, of -zoals ikzelf meestal doe- je ademhaling verder ‘je voetzolen in’ laten zinken.
Op deze manier duurt het volledig doorlopen van de vorm ongeveer een uur en ik kan je verzekeren: je staat te trillen op je benen en het zweet gutst aan alle kanten. Heerlijk.

En daarna hebben we uiteraard de drie uur volgemaakt met opnieuw de vorm in normaal tempo lopen. Overigens, voorgaande keren hebben we veel gespeeld met tempo-wisselingen; de complete vorm bijvoorbeeld een keer binnen de vijf minuten lopen, of hem lopen met een voortdurend ‘laden – loslaten’. Maar er waren ditmaal een paar mensen bij die de vorm nog niet zo goed beheersten, en er waren mensen bij van de ‘Kraanvogel’-school uit Best en ik wist niet of zij die tempowisselingen al eens een keer hadden geoefend.

In ieder geval was het weer ontzettend leuk en leerzaam om gedaan te hebben, en ik zie nu al uit naar de volgende duurtraining in december!

Naschrift: 

Dit gaat over een oefensessie die we vijftien jaar geleden ooit gedaan hebben en ik zeg je: het was zwáár. En dan hebben we nog niet eens gevarieerd in oefenhoogte – immers, het staat geschreven dat Tai Chi getraind werd in de drie hoogtes hoog, midden en laag waarbij ‘midden’ de oefenhoogte is die tegenwoordig als dé manier wordt gezien. 

Filosofie, Instructie, kracht, Qigong, Tai Chi

Tai Chi en de Derde Wet van Newton

Tegenwoordig kennen we Isaac Newton als de wetenschapper die onder een appelboom ligt en, op het idee gebracht doordat er een appel uit de boom valt, het principe van de zwaartekracht formuleert.

In werkelijkheid wás hij helemaal geen wetenschapper in de moderne betekenis van dat woord; dat is hoe wij, vanuit onze tijd, met terugwerkende kracht graag naar Newton kijken. Zoals tegenwoordig algemeen bekend was hij gewoon bezig met ‘de natuur’. 

Wetenschap zoals we dat nu kennen was nog geen strak gedefinieerde discipline en liep door elkaar met zienswijzen uit wat wij nu als andere, los van wetenschap staande, disciplines beschouwen. Vroeger echter was het zeker niet vreemd (of van elkaar onderscheidbaar) dat iemand als Newton -naast zijn vak als muntmeester en wiskundige- ook natuurkundige, astronoom, natuurfilosoof en alchemist was – het waren nog geen aparte disciplines. WIJ zijn degenen die, zoveel honderd jaar na zijn overlijden, hier grenzen tussen zijn gaan trekken.

Om een bruggetje te slaan van Newton naar de antieke krijgskunst Tai Chi moeten we ook deze kunst eerst losweken van hoe er in onze tijd, “met de kennis van nu”, naar wordt gekeken. En daar zijn -naast de meer reële Tai Chi-stromingen-  twee populaire, wijdverbreide hoofdstromingen te onderscheiden die zich beiden baseren op hoe er in de oude teksten over Tai Chi geschreven wordt – in termen van ‘qi‘ en ‘Daoïsme’.

Als we daar even met zeven mijlslaarzen (lees: wat minder genuanceerd) doorheen walsen is de eerste stroming ‘spiritueel’. Alles is energie (dat ben ik wel met ze eens) en liefde, ‘want Daoïsme gaat toch ook over één zijn met de natuur’ (onzin).
De verspreiders zijn doorgaans mensen die, euh, ‘wat moeite hebben met feiten’. 

Aan de andere kant van ditzelfde spectrum vinden we de ‘vechters’ die qi zoeken aan te wenden als geheimzinnige kracht. Ze kunnen vreselijk verdwalen in contact-spelletjes die -eerlijk is eerlijk- op zich heel knap zijn en getuigen van grote sensitiviteit, maar die op geen enkele manier gaan voorkomen dat je klappen krijgt in een heuse confrontatie.

Natuurlijk is dit allemaal karikaturaal bedoeld, en als prettige tijdsbesteding is het één niet minder dan het ander en allemaal even waardevol, leuk en interessant. Het kunnen ook -zoals bij mijzelf- fases zijn, immers, ik ben begonnen toen ik twaalf was en wilde niks liever dan een tweede Kwai Chang Caine worden – hoe vaag wil je het hebben.

Wat ik tegenwoordig interessant vind aan deze verschillende, ogenschijnlijk niet-realistische zienswijzen op Tai Chi is dat ze zich allemaal baseren op de teksten van de Tai Chi-Klassieken. Daarin wordt met regelmaat gezegd dat je qi (‘energie’) moet gebruiken in plaats van li (wat wordt uitgelegd als ‘kracht’), en er wordt vaak gesuggereerd dat er een band is met het Daoïsme.

Maar de uitleg die aan de teksten wordt gegeven, díe is ‘met de ogen van nu‘, en er wordt op basis van die (mijns inziens verkeerde) uitleg een soort van energetische krijgskunst gereconstrueerd die niet alleen niet werkt maar die ook totaal niet overeenkomt met de reële skill-set waar het in het verleden over ging. 
Mijn punt is: Tai Chi is, of was in ieder geval ooit, een te vrezen krijgskunst. Dat is het niet geworden door magische krachten maar door keihard werken, door inzicht in menselijk (vecht-) gedrag en door diepgaand inzicht in krachtverwerking. De hele qi-terminologie was, in die tijd en cultuur, gewoon de soort-van-wetenschappelijke manier om al die inzichten onder te brengen in een (voor die tijd en binnen die context normaal) vocabulaire.

En dat bracht me dus op Isaac Newton: hoe zou hij de krachtverwerking van Tai Chi beschreven hebben?
Dat leek me een leuke vraag om aan AI te stellen en dat gaf een verrassend antwoord:

Tai Chi als krijgskunst met een focus op sensitiviteit en het behouden van je eigen structuur, terwijl je de energie van de tegenstander begeleidt, sluit erg mooi aan bij de Derde Wet van Newton.

Hier is de uitleg van de Derde Wet van Newton () en hoe je die kunt zien en toepassen in je Tai Chi:

De Derde Wet van Newton: Actie en Reactie

De Derde Wet van Newton stelt:

Voor elke actiekracht is er een gelijke en tegengestelde reactiekracht.

  • Gelijk: De krachten zijn even groot in magnitude (sterkte).

  • Tegengesteld: De krachten werken in tegengestelde richting.

  • Actie en Reactie: Deze twee krachten werken altijd op verschillende objecten; de actiekracht werkt op het ene object en de reactiekracht op het andere.

Een Simpel Voorbeeld

Als je op de vloer staat:

  1. Actie: Jouw lichaam oefent een kracht () naar beneden uit op de vloer.

  2. Reactie: De vloer oefent een gelijke en tegengestelde kracht () naar boven uit op jouw voeten.

Deze twee krachten zijn even groot, maar heffen elkaar niet op voor jouw lichaam, omdat ze op verschillende objecten (jij en de vloer) werken. De reactiekracht van de vloer is wat je draagt en voorkomt dat je door de vloer heen zakt.

Implementatie in Tai Chi (Krijgskunst)

De essentie van de Derde Wet – dat je altijd een even grote kracht terugkrijgt – is cruciaal voor deze beschrijving van Tai Chi: “uitermate sensitief omgaan met de inkomende kracht van de tegenstander, waardoor je diens beweging faciliteert, toestaat, terwijl je je eigen fysieke structuur intact houdt.”

1. Structurele Integriteit: Gronding en de Vloer

In Tai Chi is gronding (je ‘wortel’) fundamenteel. De wet legt uit waarom:

  • Wanneer je je eigen structuur intact houdt en een kracht (van de tegenstander) naar beneden of de zijkant leidt, reageert de grond op jouw afvoer van die kracht.

  • Als je structuur goed is (gewrichten opgestapeld, centrum aanwezig), fungeert je lichaam als een massieve, maar flexibele kolom die de kracht transporteert naar de aarde.

  • Je gebruikt de reactiekracht van de aarde (de normaalkracht) als je ondersteuning. Je duwt niet tegen de tegenstander; je leunt op de reactiekracht van de grond die door je intacte structuur heen werkt.

    Toepassing:
    Zorg dat je structuur zo goed is dat de reactiekracht van de vloer recht door je lichaam kan lopen zonder gewrichten te buigen of je structuur te verzwakken. Je bent de geleider van kracht naar de grond en de gebruiker van de reactiekracht die terugkomt.

2. Sensitiviteit en het Omgaan met Inkomende Kracht

Dit is het ‘faciliteren, toestaan’-gedeelte:

  • Als de tegenstander jou duwt (Actie op jouw lichaam), reageert jouw lichaam met een even grote en tegengestelde kracht (Reactie op de tegenstander). Je kunt deze reactie niet vermijden.

  • In plaats van een harde, starre te creëren die leidt tot een blokkade (waardoor de en elkaar opheffen en jullie beiden tot stilstand komen of de zwakste structuur faalt), gebruik je sensitiviteit om de te leiden, transformeren of om te buigen.

    Toepassing: Je erkent de inkomende kracht () en laat deze niet stoppen tegen een star punt. Door mee te bewegen (cirkelen, spiraal, wegdraaien) zorg je ervoor dat de reactiekracht () die onvermijdelijk ontstaat, niet loodrecht op je structuur blijft staan, maar afglijdt of wordt omgezet in een tangentiële (zijwaartse) beweging, waardoor de tegenstander zijn eigen evenwicht verliest. Je faciliteert de reactiekracht door diens pad te veranderen.

3. De ‘Vrije’ Kracht van de Tegenstander Gebruiken

De sensitiviteit stelt je in staat om het moment te vinden waarop de tegenstander te veel kracht genereert in een bepaalde richting (te veel ‘Actie’).

  • Omdat de Actiekracht een gelijke en tegengestelde Reactiekracht terugkrijgt, geldt: hoe harder de tegenstander duwt, hoe groter de kracht die jij kunt gebruiken (door diens beweging te faciliteren).

  • Jouw taak is niet om harder terug te duwen, maar om de structuur van de tegenstander te breken of diens balanspunt te verschuiven op het moment dat de tegenstander de grootste Actiekracht genereert. Je ‘lift’ of ‘richt’ hun eigen Actiekracht om tegen henzelf te werken.

Samenvattend:

De Derde Wet van Newton is de fundering van je krijgskunst. Elke keer dat een tegenstander contact maakt, is er een krachtpaar. Jouw training in sensitiviteit en structurele integriteit is de methode om ervoor te zorgen dat jij de meester bent van de reactiekracht die altijd zal ontstaan.

Tot zover het antwoord van AI en ik zweer het je: Isaac Newton was een Tai Chi-meester! 🙂

editorial, Filosofie, Instructie, Lerarenopleiding, Roel Jansen

Les

Iemand vroeg mij of het klopte dat ik geen les meer gaf. Ik vroeg niet hoe hij daarbij kwam maar antwoordde dat dat de verkeerde vraag was, en kreeg een verbaasde blik terug.
 
“Hoezo, wat is dan de juiste vraag?”
 
“Niet of ik les wil geven, maar of er nog mensen zijn die les willen krijgen”.
 
Dat antwoord begreep hij niet en hij vroeg wat ik bedoelde; immers, er waren Tai Chi- en Wushu-scholen genoeg en allemaal hadden ze een behoorlijk aantal leerlingen. Waarom had ik die niet dan?
 
“Om te beginnen” antwoordde ik “help ik als ik helpen kan, immers: ‘faciliteren’ is het kernwoord van mijn school. Dus ja, af en toe, als daar vraag naar is, doe ik wat bijeenkomsten om mensen te helpen gezond te blijven.
 
Echt structureel les geven aan groepen? Nee, dat doe ik niet meer. Ik ben ouder geworden en de motivatie om les te geven is, met het verdwijnen van mijn drang naar erkenning, mee-verdwenen en ik geef alleen nog les als ik echt les kan geven.
Maar ik word niet meer gevonden door mensen die net zo gek zijn als ik ooit was – die alles opzij zetten om de kunst te leren. Of die mensen nog bestaan weet ik niet; nu valt op dat de mensen van nu -oud én jong- altijd voorwaarden stellen, ze hebben altijd andere dingen die ze ook nog willen doen met hun leven, er zijn smoesjes om zich niet in te zetten, waarvan de ergste: ‘ja maar ik heb ook nog een leven’. Zo kun je niet trainen. Bij het leren van een kunst als deze is het immers niet de vraag of je vandaag oefent, maar of je dat over vijftien jaar óók nog doet – het leren van een kunst is je leven.
 
 
 
“Niet of ik les wil geven, maar of er nog mensen zijn die les willen krijgen”.
 
Dat antwoord begreep hij niet en hij vroeg wat ik bedoelde; immers, er waren Tai Chi- en Wushu-scholen genoeg en allemaal hadden ze een behoorlijk aantal leerlingen. Waarom had ik die niet dan?
“Om te beginnen” antwoordde ik “help ik als ik helpen kan, immers: ‘faciliteren’ is het kernwoord van mijn school. Dus ja, af en toe, als daar vraag naar is, doe ik wat bijeenkomsten om mensen te helpen gezond te blijven.
 
Echt structureel les geven aan groepen? Nee, dat doe ik niet meer. Ik ben ouder geworden en de motivatie om les te geven is, met het verdwijnen van mijn drang naar erkenning, mee-verdwenen en ik geef alleen nog les als ik echt les kan geven.
Maar ik word niet meer gevonden door mensen die net zo gek zijn als ik ooit was – die alles opzij zetten om de kunst te leren. Of die mensen nog bestaan weet ik niet; nu valt op dat de mensen van nu -oud én jong- altijd voorwaarden stellen, ze hebben altijd andere dingen die ze ook nog willen doen met hun leven, er zijn smoesjes om zich niet in te zetten, waarvan de ergste: ‘ja maar ik heb ook nog een leven’. Zo kun je niet trainen. Bij het leren van een kunst als deze is het immers niet de vraag of je vandaag oefent, maar of je dat over vijftien jaar óók nog doet – het leren van een kunst is je leven.

Wil je ook nog andere dingen doen? Let wel, wat mij betreft is het prima, ga vooral dat leven leven – vraag alleen geen inzet van mij voor jou als jij die zelf niet aan jezelf geeft: mijn leven is kort en ik heb geen tijd voor jouw amusement. Ik ben er niet om jou te trainen, ik ben er om invulling te geven aan de training die jij uit en voor jezelf doet. Als een ander jou moet motiveren zit er iets verkeerd in jouw keuze.

Zo is de Weg.

Verdien ik dan geen geld met mijn skills? Word ik dan niet bekend en beroemd? Prima, ik ben een krijgskunstenaar, geen koopman. Ik prijs mezelf gelukkig met die paar leerlingen die ik heb en die niet voor mij komen maar voor hoe zij, dankzij hun eigen inzet en toewijding, zichzelf via mij kunnen verdiepen in de kunst.
Dat is genoeg voor mij; dat is ‘de School van de Kraanvogel’”.

Scroll naar boven